1.27.2016

de Eerste Wereldoorlog en de Gentse socialisten

In het tijdschrift 'Marxistische Studies' deze maand een interessant artikel over de progressieve vredesbeweging ten tijde van de Eerste wereldoorlog van de hand van Maxime Tondeur

Minderheidssocialisten – pacifisten, flaminganten en revolutionairen – tegen de oorlog


Een uittreksel, getiteld 'De Socialistische Jonge Wacht van Gent en de Vredesgroep: vrede en steun aan de Russische revolutie'

Het jaar 1916 vormt een keerpunt in de oorlog, niet militair, maar ideologisch. Het patriottisme en het chauvinisme beginnen af te nemen. De slachtpartijen aan het front, de honger en de ellende achter de linies brengen de mensen weer tot bewustzijn. In de meeste landen nemen de stakingen en de soldatenacties toe. Binnen de sociaaldemocratische organisaties beginnen zich langzamerhand stemmen te verheffen, militanten komen in actie tegen de oorlog, internationale banden worden weer aangehaald.
De Socialistische Jonge Wacht van Gent komt in januari 1916 weer tot leven na achttien maanden lethargie. Ze worden door een Nederlandse kameraad, die de rubriek ‘Uit Holland’ verzorgt in hun tijdschrift, en door een Duitse soldaat bijgepraat over de beweging van Zimmerwald en Kienthal9. Ze richten nieuwe afdelingen op en organiseren marxistische conferenties. Daar komen de theorieën aan bod van Nederlandse marxisten als Henriëtte Roland Holst en Herman Gorter, die beiden dissidenten zijn binnen de officiële sociaaldemocratie. Al snel stijgt hun ledenaantal van tachtig naar driehonderdvijftig.
Vanaf mei 1916 oefenen ze kritiek uit op de regeringsdeelname van de BWP. (Emile Vandervelde, die al minister van Staat was sinds augustus 1914, is officieel lid van de regering geworden in januari 1916.) Al die activiteit van een jong radicaal links dat zich ontwikkelt, roept de weerstand op van de lokale partijleiding en vooral dan van Edward Anseele, de bovenbaas van de Gentse federatie.10
Op 14 januari 1917 wordt de Vredesmotie gepubliceerd; ze zal de politieke breuk van de SJW met de BWP voltrekken.
De Socialistische Jonge Wacht van Gent, in algemene vergadering van 14 januari 1917, onder voorzitterschap van Jozef Cantré, stemt met eenheid de volgende Motie, en drukt de wens uit dat ze zo spoedig mogelijk openbaar wordt gemaakt.
Op haar verschillende congressen verklaarde de Internationale Sociaaldemocratie zich herhaaldelijk tegen de oorlog, alle oorlogen slechts het onvermijdelijke gevolg zijn van de zich immer uitbreidende kapitalistische productie. De arbeidersklasse heeft niet alleen de zwaarste mensenoffers te brengen op de slagvelden, ook in de neutrale landen lijdt zij het sterkst onder de economische crisis die haar dreigt, zowel lichamelijk als zedelijk, ten onder te brengen. Daarom besloot de Internationale, zodra een oorlog ondanks het proletarische verzet uitbreekt, terstond de internationale banden heraan te knopen en al het mogelijke aan te wenden om de oorlog ten spoedigste te doen eindigen. In al de geteisterde landen klimt van dag tot dag het getal socialistische stemmen dat de regeringen toeroept vrede te sluiten en zo spoedig mogelijk het moorden te staken. De Internationale Socialistische Jeugdorganisatie, al de besluiten van Internationale Sociaaldemocratie volmondig bijtredend, zo stemt voor haar deel de Socialistische Jonge Wacht van Gent, bijeengekomen in algemene vergadering van 14 januari 1917, met de vredesbeweging in alle landen ten volste in, en drukt de wens uit dat zo spoedig mogelijk de wapens worden neergelegd.11
Let even op de data. De internationalistische kern van Gent komt tot stand in het kielzog van de conferenties van Zimmerwald en Kienthal. De Vredesmotie, de politieke breuk met de socialistische regeringsdeelname, komt tot stand vóór het uitbreken van de Russische revolutie (maart 1917), en ook vóór elke sociaaldemocratische conferentie voor de vrede. De motie is duidelijk het resultaat van hun eigen ideologische ontwikkeling.
Voor Anseele moet de SJW tot de orde geroepen worden, in naam van de partijdiscipline. Hun manifest roept nochtans niet op om de oorlog om te zetten in een proletarische revolutie. Natuurlijk klagen zij het imperialistische karakter van de oorlog aan, en eisen zij een onmiddellijke vrede zonder annexaties en zonder schadevergoedingen, maar zij willen wel blijven werken binnen het kader van de socialistische beweging. Dat wordt hen niet toegestaan. Op 24 januari wordt hen de toegang geweigerd tot een zitting van het Middencomiteit (een federaal bestuursorgaan). De toegang tot de lokalen van de socialisten is hen voortaan eveneens verboden. Anseele verklaart SJW voor ontbonden en geeft opdracht om een nieuwe ‘loyale’ groep op te richten. Uiteraard maken deze autoritaire maatregelen SJW alleen maar radicaler.
Vanaf augustus 1917 verschijnt het maandblad Roode Jeugd, dat duidelijk de breuk met Gentse BWP-leiding aangeeft.
… de SJW bestonden “uit 350 leden […] ondanks de banvloek over ons uitgesproken door een klein kliekje dat zich het Partijbestuur noemt, alles in ’t geheim schotelt en lepelt, niet eens een partijvergadering durft samenroepen om over de vrede te spreken […] Dan wisten wij wat wij te verwachten hadden: Gezel Anseele wilde niet voor de vrede spreken, duidelijk en onbewimpeld althans.12
De leiding van de socialisten probeert de minderheidsgroep te ‘compromitteren’ door ze te beschuldigen van activisme. Maar voor SJW is de Raad van Vlaanderen13 een groepje Vlaamse intellectuelen zonder mandaat.
In januari 1918, twee jaar na de heroprichting van de Gentse afdeling van SJW, ontstaat de Vredesgroep der Socialistische Partij. Die breidt de minderheidsbeweging weer uit met de oude socialistische kameraden.
Gezien aan vele partijgenoten die een directe vrede gunstig zijn geweigerd wordt in de partijorganismes, partijbladen en partijlokalen hun mening te laten kennen, hebben tal van ouderen en jongeren, meestal beproefde propagandisten voor de socialistische zaak, geen andere uitweg ziende, besloten zelf een vredesgroep te stichten, die zich noemen zal “Vredesgroep der Socialistische Partij.14
Zij publiceren een manifest, Ons Standpunt. De groep bevestigt haar resolute breuk met de partijleiding.
… in de uren van de nijpendste nood, waar het ging om woorden in daden om te zetten, waar het ging om het leven van duizenden klassegenoten, werd het proletariaat door hen in de steek gelaten. Het Belgisch regeringssocialisme is geworden doof, stom en blind.15
De groep bevestigt opnieuw haar geloof in een onmiddellijke vrede, en verkondigt zonder voorbehoud haar steun aan de Oktoberrevolutie in Rusland …
Haar krachtige steun aan de moedige bolsjewistische kameraden en hun hoog niveau in het socialisme. Zij hebben het bloeddorstige regime van de tsaristische autocratie veranderd in een echte socialistische, communistische republiek van de werkende mensen, met gelijkheid van mannen en vrouwen, vrijheid van vereniging, de achturendag en het collectieve bezit van de productiemiddelen, wat het eindelijk doel van onze socialistische strijd is. En dat ondanks alle moeilijkheden die ze hebben moeten overwinnen, verlaten en zelfs weggehoond door bijna de hele Arbeidersinternationale en ondanks de wurggreep van het internationaal kapitalisme.16
De groep pleit ook voor de oprichting van de Derde Internationale: “De Tweede Internationale kon deze oorlog niet voorkomen, omdat haar historische rol slechts het bijeenbrengen was van arbeidersorganisaties uit verschillende landen. De Derde (Internationale) zal de hele wereld moeten omvatten. Deze brochure draagt daar haar bescheiden steentje toe bij.”17
Onder de militanten van Roode Jeugd en van de Vredesgroep bevonden zich de textielarbeider Oscar Van den Sompel, die mee de Comunistische Partij oprichtte, de dichter Richard Minne, de secretaris van de bediendenbond Karel Hutse en de beeldhouwer Jozef Cantré. Onder de socialistische minderheid in België was de groep van Gent ongetwijfeld degene die “het meest vooruitstrevend was als men kijkt naar de verkondiging van revolutionaire ideeën”.18

Geen opmerkingen: