5.26.2015

de zachte haai en het dwarsdenken

Beste vrienden, met de vakantie in zicht zijn veel mensen op zoek naar interessante 'lezing'. Vandaag een bijzondere reclame voor  de Nederlandse schrijver Abdelkader Benali. Een lezenswaardige schrijver met een interessante visie op de stand van zaken van onze samenleving. Hij schreef volgend prachtige essay.

“Alleen dode vis gaat met de stroom mee”, zei mijn eindredacteur Oscar tegen mij. Wij waren ons gesprek met Connie Palmen aan het voorbereiden. We zaten in de auto op weg naar de beroemde schrijfster. Ik interviewde de schrijfster voor mijn boekenprogramma Benali Boekt. Mijn hart klopte in mijn keel om wat er zou gaan komen. Het ging over haar dode man, Hans van Mierlo, over wie ze een boek aan het schrijven was.
Oscar keek me indringend aan. Hij boog zich naar me over: “Je moet doorvragen, je vastbijten in haar. Niet te snel tevreden zijn. Durf confronterende vragen te stellen en als je merkt dat ze aarzelt, stel dan de vraag opnieuw. Alleen dode vis gaat met de stroom mee.” Ik moest een haai zijn. We stapten uit de auto, Connie Palmen stond op ons te wachten. Ze keek charmant, aardig, kwetsbaar. In zo iemand ga je je toch niet vastbijten? Ik stapte op Connie Palmen af, de camera draaide, ik stelde mijn eerste vraag… Ik was een haai.

Ik wil geen dode vis zijn. En toch worden we opgevoed en klaargestoomd om dode vissen te zijn. Al heel vroeg komen we erachter dat meepraten met de rest je ontslaat van veel kopzorgen, dat alles wat je ouders zeggen voor waar aannemen je bewegingsvrijheid kan vergroten en dat oppervlakkigheid troef is. We groeien allemaal op in een omgeving waarin de status quo streng wordt bewaakt. Hoe groei je uit van een dode vis naar een haai? Hoe word je een dwarsdenker? Dwarsdenken wordt uit nood geboren; er is geen beloning voor tegendraadsheid, slechts pure noodzaak.
Soms wordt de mens een handje geholpen om een grens over te gaan. Dat herinnerde me aan mijn kindertijd, toen ik voor het eerste werd geconfronteerd met dat liedje: ‘Schipper mag ik overvaren, ja of nee?’ Of de dag dat ik besloot lid te worden van de bibliotheek en de handtekening moest vragen aan mijn vader. (Mijn vader vroeg je niks, dat was taboe. Ik besloot de handtekening te vervalsen.)
Hoewel er reden is om de barricaden op te gaan om voor de eigen rechten op te komen, gebeurt dit mondjesmaat. Activisme – in de jaren 80 een tool om idealen mee te verwezenlijken – wordt afgekocht met stageplekken, goedkope vliegreizen en HD-televisie. Als er dan toch verzet moet komen, dan van een steeds bewuster wordende groep jongeren die opgegroeid is in de grote steden van Nederland en België en ziet hoe de verworvenheden van de welvaartsstaat aan hen voorbijgaan. Voor hen geen stageplek, werk of objectieve overheid. Zij voelen zich continu in de gaten gehouden en gewogen. Tot op het gekmakende af.
Na 9/11 is een generatie jongeren opgegroeid onder een wolk van verdachtmakingen. Ze moesten zich verantwoorden voor de ramadan, voor de couscous, voor terroristische aanslagen, voor Afghanistan en voor de baard. Begin dit jaar kwam Charlie Hebdo erbij. Dit doet iets met je identiteit. Je identiteit wordt een open zenuw, waar naar willekeur in getrapt mag worden. Gelukkig rehabiliteert de open samenleving stukje bij beetje critici van het eerste uur die erop wijzen dat maatschappelijke uitsluiting, discriminatie en onverschilligheid leiden tot sociale spanning en exclusie. Een paar jaar geleden keerde Abou Jahjah terug uit Libanon om te ontdekken dat de Vlamingen vrede met hem wilden sluiten.

Dialoog: daar gaat het om. De vijand van de dialoog is het slachtofferdenken. Wie gelooft er nou werkelijk dat hij een slachtoffer is in een wereld waarin iedereen slachtoffer van iets is? Het slachtofferdenken hindert de dialoog.
Ik ben een fan van de visionair en ondernemer Daan Roosegaarde; hij creëert ingenieuze installaties met licht, waar de mensheid wat aan heeft. Zo komt van hem het idee voor een absorberende verf die overdag licht opneemt en het ‘s avond afgeeft. Gratis licht. In een recent interview zei hij: “Geef me niet je mening, maar doe me een voorstel.” Een dwarsdenker maakt van een mening een voorstel.
Ik wil burgemeester Bart De Wever een voorstel doen, die onlangs in Terzake de Berbers (groten)deels verantwoordelijk hield voor de overlast en criminaliteit in zijn stad. Ik ben toevallig een Berber. Op Facebook werd een actie gestart om excuses te eisen.
Ik zit niet te wachten op excuses. Wél wil ik samen kijken wat we kunnen doen om de positie van minderheden in Antwerpen te verbeteren. Ik wil dat niet doen op het stadhuis, maar op de plekken waar verbetering noodzakelijk is. Ik wil de burgemeester van Antwerpen duidelijk maken hoe de zaken ervoor staan. Wat de impact is van armoede, achterstelling en emotionele vermoeidheid op generaties. Eenmaal dat gedaan, wil ik daar radicaal van afwijken door jonge mensen van deze generatie te mobiliseren. Zij kennen de stad, zij zijn Antwerpen. Zij zijn de sleutel tot succes.
 

Geef mij dus de ruimte om ook u een voorstel te doen. Een generatie moslims groeit op met een nieuw zelfbesef. Ze zijn meertalig, thuis in meerdere huizen en hun geloof geeft ze een gevoel van verbondenheid met anderen. Het geeft houvast en vertrouwen. Dat de maatschappij dat niet ziet, is jammer, maar niet het einde van de wereld.
Het enige wat ons zal redden, is de dialoog. Al het andere is een doodlopende weg. Houden we op met elkaar in contact te gaan, dan openen we de poorten naar de hel. Woede overmeestert je, je wordt instrument in handen van irrationele krachten. In 1988 werd de fatwa over Salman Rushdie uitgesproken. Ik was het ermee eens, want ik vond dat je de Profeet niet kon beledigen. Mijn leraar geschiedenis was het er niet mee eens, want geen kunstenaar verdiende de doodstraf. Het kwam tot een woordenwisseling en ik werd de klas uitgestuurd.
Nooit eerder had ik me zo negatief over mezelf gevoeld, nooit eerder was ik zo boos over wat de buitenwereld mijn geloof aandeed. Ik was 13 jaar oud. Ik voelde me 100 jaar oud. Niet alleen had ik het debat niet gewonnen, ik had mijn familie, de eer en mijn geloof niet weten te verdedigen. Ik was een loser. Ik voelde me buitengesloten, eenzaam en diep verdrietig. Een mooie voedingsbodem voor irrationeel gedrag, fanatisme en zelfbeklag.
Je krijgt de rol voor slachtoffer al jong aangereikt. Ergens in het diepst van die duisternis brandde een lichtje dat me de weg wees naar een andere oplossing. Het kon toch niet zijn dat ik de rest van mijn leven verteerd zou worden door de krachten van de buitenwereld en de sentimenten? Tussen de liberale maatschappij van het Westen en de dogma’s van de traditie? 

In diezelfde periode ontdekte ik de literatuur, het verhalen vertellen, de dialoog van de geest. Die dialoog adelde mij. Ik ontdekte in de romans dat wij allemaal mensen zijn die worstelen met hun zelfbeeld, die worden geleid door dromen en nachtmerries en dat de maatschappij kan bevrijden en verstikken. De literatuur bevrijdde me, zette zaken in perspectief en reikte me een alternatief antwoord aan: echt respect begint bij empathie, je verplaatsen in de ander, maar alleen als je bereid bent om die ander als gelijkwaardig te zien.
Niet de empathie die we voelen voor een lammetje, waarna we het slachten en opeten, maar de empathie die de ander wil begrijpen om zichzelf te begrijpen. Het was de meest moedige stap die ik ooit heb gezet. Later las ik de Duivelsverzen van Salman Rushdie, een boek over empathie, uitsluiting en de kracht van het woord. Ik begreep dat je het woord niet kunt knechten. Jij kunt alleen vrij zijn als ik ook vrij ben. Onze samenleving is sterk genoeg om al die schokken en spanningen op te vangen. We leven nu in 2015, waar discussie en dialoog langzaam terugkomen in ons blikveld.
Of we gaan praten met elkaar om tot een voorstel te komen of we geven onze mening en keren van elkaar weg. Meer smaken zijn er niet.
Word geen dode vis, word een lieve haai.

 Alle boeken van deze schrijver in uw lokale bibliotheek, of de betere boekhandel, dat kan natuurlijk ook.

Geen opmerkingen: