7.01.2012

'Opkomende landen wuiven neoliberalisme uit'

In het tijdschrift Mo* deze maand staat een lezenswaardig dossier over het economisch beleid van de BRIC-landen.

Dat enkele grote ontwikkelingslanden een economische groeispurt doormaakten in het voorbije decennium is geen nieuws meer. Maar veel mensen ontgaat de snelheid van die evolutie. Zo steeg het aandeel van de ontwikkelingslanden in de wereldeconomie tussen 2000 en 2009 van 40 naar 50 procent (in koopkrachttermen). Die evolutie roept de vraag op in welke mate de opgang van het Zuiden de mondiale politiek zal wijzigen of nu al wijzigt. Het antwoord op die vraag varieert naargelang van het domein.

Controle over financiële sector is sleutel voor nieuw ontwikkelingsmodel
Richard Kozul-Wright, bij de VN-Conferentie voor Handel en Ontwikkeling (Unctad) verantwoordelijk voor de Zuid-Zuidsamenwerking, ziet drie kenmerken die de meeste opkomende landen delen: een financiële sector ondergeschikt aan de echte economie, een sterk industrieel beleid en een sociale zekerheid met universele toegang.

De opkomende landen in de economisch-financiële machtsarena
De opkomende landen nemen het dus niet nauw met de neoliberale mantra’s. Ze denken pragmatisch en streven vooral groei na. Dat betekent nog niet dat ze ook een alternatief verhaal articuleren in de internationale instellingen. Ze verwerven er wel geleidelijk meer macht.

De alternatieve strategieën van de opkomende machten
Op het vlak van economie en financieën hanteren de BRICS-landen een andere aanpak dan de traditionele neoliberale strategie van de Westerse landen. Maar ook in andere domeinen, zoals energie, klimaat, sociaal beleid en veiligheid en vrede doen de groeilanden het anders.

Staatsbedrijven als instrumenten van het beleid
De val de Berlijnse Muur betekende voor velen dat de liberale kapitalistische economie alles voor elkaar ging krijgen. De opkomende economieën drukken vandaag het idee dat globalisering en private ondernemingen de wereldeconomie sturen voor een groot deel de kop in. Nu China, Brazilië, Rusland en co met hun staatsbedrijven de crisis het best lijken door te komen, zijn de kaarten opnieuw geschud.

Groeilanden kunnen kloof tussen arm en rijk nog niet dichten
Ondanks groeicijfers tot tien procent per jaar, slagen de BRICS-landen er voorlasnog niet in hun bevolking uit de armoede te tillen. Vooral Brazilië heeft op vlak van inkomensgelijkheid vooruitgang geboekt, maar de cijfers zijn nog steeds onvergelijkbaar met die van West-Europa.

Veel leesplezier op deze wisselvallige zondag.

Geen opmerkingen: