2.08.2011

Cultuur zoekt visie (en middelen)

Joke Schauvliege kreeg bij haar benoeming op het departement Cultuur de wind serieus van voren. Een lichtgewicht uit de Oost-Vlaamse plattelandsCD&V op een moeilijk departement. Direct vlogen de cultuurpausen en prominente schrijvers in hun pen. Ze had geen noemenswaardige kennis van cultuur of van cultuurproducties in Vlaanderen, buiten dan, zo moest ze zelf bekennen, dorpstoneel in Evergem. Veel van die kritiek was, mijns inziens, onterecht en ingegeven door machisme.
DeWereldMorgen en cultuurtijdschrijft RectoVerso brachten een zeer interessante analyse. Wouter Hillaert schreef in dat artikel volgende passage:

"Over cultuurminister Joke Schauvliege heeft de culturele sector zich al zo schor gebruld dat er haast geen stem overblijft voor het echte debat rond cultuurbeleid. Hoe moet de politiek zich verhouden tot de diverse vormen van cultuur in de samenleving? En hoe maakt cultuur zich in die samenleving waar, wat is haar belang?

Dat Schauvliege afgelopen najaar kop van jut was, kwam de politieke én culturele klasse eigenlijk niet zo slecht uit. Vanuit de politiek bekeken is ze de uitvoerder van een impopulair, maar noodzakelijk besparingsbeleid en dient ze dus als buffer. Voor de culturele elite vormt ze een makkelijk doelwit om de publieke opinie van schandelijk onrecht te overtuigen. Want besparingen ja, maar toch niet door haar, iemand zonder kennis van zaken? This must be a practical Joke! Inderdaad.

Schauvliege fungeert vooral als bliksemafleider. Ze leidt de aandacht af van het feit dat zowel de politieke als de culturele klasse weinig antwoorden hebben op minstens een van beide vragen waarop elke cultuurpolitiek stoelt: wat is de verantwoordelijkheid van de politiek tegenover cultuur, en hoe moet cultuur fungeren in de samenleving?

Wat de politiek voor cultuur kan betekenen is voor de sector wel duidelijk, zeker budgettair. Maar juist in politiek opzicht is het ook zonneklaar dat de cultuursector de samenleving steeds minder van haar belang kan overtuigen: het draagvlak smelt eerder weg dan aan te dikken. Omgekeerd koestert de politiek vaak allerlei verwachtingen over cultuur, niet zelden ingegeven door ideologie of eigenbelang. Maar in de praktijk houdt men zich liever ver van cultuur vandaan, of gaat men er erg ongemakkelijk mee om.

Een politiek die niet met cultuur weet om te gaan en een cultuur die politiek weinig voorstelt: het is als doembeeld gelukkig wat overtrokken, maar in ieder geval voor beide partijen nefast. Politiek en cultuur dienen elkaars mogelijkheden beter te leren kennen, in plaats van enkel elkaars (gebrek aan) visie aan te vallen. Hoe kan een voldragen beleid eruit zien?"


Op diezelfde DeWereldMorgen staat ook een interessant interview met Bert Anciaux over het beleid van diens opvolger.

Geen opmerkingen: